Grasmasker – graaskorf “Hoe gebruik je zoiets?”

Nu het weideseizoen weer is begonnen, breekt er voor sommige eigenaren een spannende tijd aan. Is er wel genoeg gras? Of eerder te veel? Hoe is de kwaliteit van het gras? Het liefst lopen de meeste paarden de hele dag in de wei, en ze eten maar door. Maar wat als hij té veel binnenkrijgt? Dit kan nare gevolgen hebben. Een graasmasker kan helpen om het grazen te beperken. Eerder schreven wij al een blog over de voor- en nadelen van graasmaskers. In deze nieuwe blog praten we je nog even bij met wat praktische tips.

Een van de voordelen van een graasmasker is dat het paard minder grote happen kan nemen. Hierdoor kan het paard een langere tijd buiten in de wei blijven, zonder te veel gras binnen te krijgen. Ook wordt het gras langzamer en meer geleidelijk opgenomen. Dit voorkomt een grote suikerpiek als het paard in de wei wordt gezet. Ook is het een beperking voor paarden die, na een nacht op stal, de wei in rennen en als een malle beginnen te eten onder het mom van ‘pakken wat je pakken kan!’.

Het is belangrijk om het paard rustig te laten wennen aan het graasmasker. Het kan namelijk een erg frustrerende beperking zijn voor het paard. Zorg ook dat het paard wel voldoende voeding binnenkrijgt en geen ‘honger’ heeft. Dit zorgt alleen maar voor meer frustratie. Van PaardEerlijk, graasmasker specialist, kregen wij een aantal tips om frustratie en onveilige situaties te voorkomen.

Het allerbelangrijkste is dat een graasmasker goed past. Dit voorkomt schuurplekken en daarmee een nog meer gefrustreerd paard. Als een graasmasker te klein is, schuurt de huid bij elke kauwbeweging langs het masker. De huid gaat dan snel stuk. Het masker moet dus voldoende ruimte bieden voor de lippen en kaken van het paard. Hiervoor zijn 2 stelregels. 1: Minstens drie vingers tussen het masker en de bovenkant van de neus. 2: Minstens een vingerdikte tussen de bodem en de lippen van het paard. Deze ruimtes zijn noodzakelijk voor een goede kauwbeweging en om constante druk op de lippen te voorkomen.

Ook niet onbelangrijk is de afstelling van het masker. Dit voorkomt eveneens schuurplekken, maar zorgt er ook voor dat het graasmasker goed op zijn plek blijft. Ook wanneer het paard gaat rollen of spelen moet het masker goed blijven zitten. Hiervoor kun je het beste eerst de bakstukken op de goede lengte vastmaken. Vervolgens het kopstuk, en check hierbij de ruimte tussen het masker en de lippen. Daarna de keelriem, deze mag meer aansluiten dan zoals bij een hoofdstel, maar uiteraard niet de ademhaling belemmeren. Tot slot stem je alles op elkaar af. Controleer regelmatig of het grasmasker nog goed zit en of het paard geen wondjes heeft.

Bron: www.paardeerlijk.nl